17 maart 2008

Vandaag

Nijeveen. Boodschappen. Ik fiets een rondje door het dorp en fotografeer heimelijk de molen, hopend dat niemand me ziet. Naast de supermarkt is een café met ski’s aan de buitenmuur en een boot op het dak. De boot begrijp ik, het water is niet ver te zoeken. Giethoorn, het “Venetië van het Noorden” ligt 6 kilometer in de verte. Ik fietste er vorige week heen en nam een foto van de “Gietse soes” die bij mijn koffie werd geserveerd en sinds gisteren als screensaver op de desktop van een Amerikaanse vriend in Seattle prijkt. Hij noemt het de “mountain of sweetness”.
Ik koop toiletpapier, een fles wijn, tauge, een krop sla, twee bananen en een kinderei. Op het aanplakbord hangt een foto van een weggelopen konijn. Goed nieuws.
Terugfietsend naar huis zie ik een mediterraan tafereel, grijze mannen die jeu de boules spelen op speciaal daarvoor aangelegde banen. 10 tellen later schiet me het inheemse spel met de dubieuze naam “klootschieten” te binnen. Natuurlijk. Niks jeu de boules.
De feesttent die me zaterdagnacht uit mijn slaap hield wordt alweer afgebroken. De koeien van de dokter grazen onverstoorbaar. Overal ligt het gras er keurig gemaaid bij. Zo is dat in een dorp. Want de buren mochten eens denken ..........
Iedereen die ik tegenkom zegt “hoi”. Ik ken hier niemand.

Geen opmerkingen: