Ik loop in de supermarkt in Nijeveen en iemand achter me zegt “Mooi weer he?” Ik draai me om en beaam. Het is inderdaad prachtig weer. Koud en zonnig. “Da’s mooi voor je. Kan je lekker fotograferen.” Mensen hier zijn aardig. Ze wensen me het beste toe. Ze denken dat ik een mooiweerfotograaf ben. En dat is een compliment. Ze zijn zelf mooiweerfotografen. Want het zou niet in hun hoofd opkomen om de camera te pakken als het regent dat het giet of ‘s avonds als het zo donker is dat je een sluitertijd van een paar minuten nodig hebt. Ik denk niet dat ze hun wekker op half 7 zetten om op te zijn voordat de zon dat is omdat het gras in de velden dan zo mooi van kleur is. Ze pakken hun camera als de zon schijnt en er iets leuks te zien is. Als het mooi weer is is het goed fotograferen.
Ik probeer al jaren van het imago van fotograaf af te komen. Het lukt niet. Als je met een camera gezien wordt en kunstenaar bent wordt je automatisch fotograaf. Soms probeer ik ze weg te moffelen, die camera’s maar dan is er toch weer een beeld dat mijn aandacht trekt en stiekum grijp ik dan in mijn tas. Dat lukt nog met de Canon of de Hasselblad. Maar ik heb ook een camera die zo groot is dat er geen onontkomen aan is
Begrijp me niet verkeerd, ik hou van fotograferen. Maar ik hou ook van rare installaties bouwen en dingen filmen die bewegen in de wind en af en toe een performance doen of een stukje schrijven. Soms raak ik maanden geen camera aan.
Ik vroeg Kik of ze de woorden “Monique Besten, fotograaf” van de site wilden halen. Dat deden ze. En verdomd. In de weken daarna heb ik hoofdzakelijk polaroidfoto’s genomen. Het is alsof de duivel ermee speelt. Dat gebeurt me wel vaker. Toen ik op de Rietveld Academie studeerde koos ik na veel aarzelen voor de afdeling fotografie. Na drie maanden had ik nog geen fatsoenlijke foto geschoten. Ik stapte over naar de afdeling “vrije richting” en prompt sloegen mijn camera’s op hol. Ik fotografeerde non-stop.
Ook nu weer. En ik geef toe. Soms noem ik mezelf fotograaf. Als ik op huizenjacht ben bijvoorbeeld. Omdat mensen nou eenmaal liever hun huis verhuren aan iemand die braaf plaatjes schiet dan aan iemand die als een wildeman met verf smijt. Ik doe geen van beide maar dat terzijde. Beeldvorming en vooroordelen. Daar kunnen nog heel wat woorden aan vuilgemaakt worden.
Ik hou van fotograferen maar ik ben geen fotograaf. Ik hou ook van schrijven en ik ben ook geen schrijver. Geen kok. Geen performer. Geen danser. Geen sporter. Soms overweeg ik om mezelf “beroepsmatig kijker” te noemen maar daar schiet ik ook niet zoveel mee op.
Hoe belangrijk is het eigenlijk dat het beestje de juiste naam heeft? Hoe belangrijk is het dat mensen weten dat ik het afgelopen jaar meer tijd heb besteed aan het vouwen van papieren vogels uit mijn oude geschiedenisboeken (ik ben ook geen historicus, al mag ik die titel wel voeren, inclusief het doctorandus dat ik alleen af en toe inzet als ik subsidieaanvragen of klachtenbrieven schrijf) dan aan het nemen van foto’s? Waarom wil ik dat ze weten wie ik ben?
Ik kom weer terug bij waar ik begonnen ben. Graigie Horsfield (zie ook deze blog). “But no self is conceivable in isolation and consciousness is born in relation.” Tijd voor een zelfportret. Met camera.
1 opmerking:
Elk moment van de dag dat ik mijn
piepklein digitaal canon camera
ter ooghoogte oorhoogte heuphoogte
schouderhoogte middenrifhoogte voethoogte vleugelhoogte plafondhoogte traphoogte vensterhoogte leeghoogte stoomhoogte
snijplankhoogte fietshoogte wandelhoogte ....
eindelooshoogte hou
dan flikkert het zonlicht en gloeien de kaders en schuift de
leegte op.
Alexander Korsmit
a Sattva Leevhi Brown
www.alexanderkorsmit.nl
Een reactie posten