17 mei 2008

In het land van minipaarden en magische aardappelen

In het land van minipaarden en magische aardappelen eten we bijna elke dag ijs. Nooit voor het middaguur. Altijd voor de avond valt. Want boerenoverbuurvrouw Jeannie verkoopt haar zelfgemaakte ijs tot 8 uur en niet later. Mijn favoriete smaak is BJ. Boeren Jongens. In de stad hebben we dat niet. Daar eet ik chocolate chips. Of straciatella. Dat is niet hetzelfde maar heeft wel dezelfde ingrediƫnten. Ijs met stukken chocolade en ijs met stukjes chocolade. Wonen in een dorp of wonen in een stad.

De schapen hebben hier hondenkoppen. De bomen lachen me toe. Elke ochtend doe ik de afwas en probeer na afloop mijn lot te lezen in de schuimresten in de gootsteen. Tot dusverre zag ik een reis naar Zuid-Amerika en een man met een veer op zijn hoed. Hoe meer afwas, hoe minder er te lezen valt. Lasagne eet ik niet meer. Tenzij mijn geliefde de afwas doet. Te veel rood schuim. Dat vind ik eng.

Het land van de ooievaar. Vruchtbaar land. Nergens rook ik zoveel modder als hier. Het verschil tussen de geur van koude modder en warme modder. Dat leerde ik hier. En meer.

Het geheim van de polaroid foto. De roep van de blauwborsttapuit. Schorseneren. De klokkestoel. De geur van versgemalen graan. Hoeveel gewicht een koe in de schaal legt. Dat verse bietjes langer moeten koken dan je denkt.

In mijn achtertuin groeit het mos op de stenen. Mieren lopen over mijn voeten. Ik ben reusachtig.

1 opmerking: